De Verenigde Bitcoinbedrijven Nederland (VBNL) hebben in de rechtszaal van Rotterdam een belangrijke overwinning geboekt tegen de DNB. De Centrale Bank van Nederland had Coinmerce, Bitvavo en andere cryptobedrijven niet het volledige bedrag moeten laten betalen voor hun antiwitwas-registratie.
Naar het oordeel van de rechter ging de Nederlandse Centrale Bank verder dan de regels toelieten. De antiwitwaswetten van de Europese Unie zijn volgens de rechter niet goed gevolgd, en ook is het volgens de rechtbank niet mogelijk om toezichtkosten (voor het jaar 2021) rechtmatig in rekening te brengen bij crypto aanbieders volgens de huidige crypto-regelgeving.
De uitspraak zorgt ervoor dat de DNB niet langer het volledige bedrag dat zij kwijt zijn aan het toezicht op de markt door mag berekenen aan de Nederlandse crypto firma’s. Daarnaast heeft de rechter besloten dat het bedrag dat te veel betaald is in de afgelopen jaren teruggegeven moet worden.
Nederland was té streng, maar houdt vast aan strakke regelgeving
De uitspraak neemt niet weg dat bedrijven als Bitvavo en Coinmerce nog steeds onder toezicht staan van de DNB, en zich aan de bestaande wet- en regelgeving zal moeten houden. De Nederlandse overheid is, sinds de invoering van de crypto wetgeving, streng voor cryptobedrijven: zo kregen Coinbase en Binance (inmiddels al vertrokken uit Nederland) miljoenenboetes wegens gebrek aan registratie.
De strenge regels en de toepassing daarvan door de DNB zorgden er ook voor dat Gemini, een andere grote exchange, besloot niet verder te gaan in Nederland. Op korte termijn zal Nederland het ‘Markets in Crypto Assets’-licentiesysteem gaan toepassen, waardoor de controle mogelijk nog strenger wordt.
Nederland staat hier niet alleen in, ook in andere landen worden de richtlijnen voor crypto bedrijven de afgelopen jaren veel strenger. Exchanges al Coinbase en Binance hebben dan ook in meerdere landen problemen met toezichthouders en zagen zich genoodzaakt hun diensten ook in andere landen te stoppen.
Voorzitter VBNL tevreden over uitspraak rechter
Patrick van der Meijde, voorzitter van de VBNL, was uiteraard in zijn nopjes met de uitkomst van de rechtszaak. Dat de grote kosten van de registratieplicht niet hadden mogen worden doorberekend betekent een grote meevaller voor de ondernemingen die hij vertegenwoordigt.
Toch is het niet aannemelijk dat dit het einde van het verhaal is. Nederland moet binnenkort namelijk voldoen aan de Europese regelgevingen omtrent het vergeven van licenties voor bedrijven in de cryptomarkt. Zodoende neemt Nederland al geruime tijd een stevige positie in tegen exchanges die niet op tijd, of onvoldoende, hun registratie geregeld hebben.
Het kan ook nog zo zijn dat het demissionaire ministerie van Financiën in hoger beroep gaat tegen de uitspraak. Het kan dus zo maar zijn dat de rechter zich binnenkort nog een keer over de kwestie moet buigen voordat de Nederlandse exchanges zekerheid hebben over de regels en de teruggave die door de rechter verplicht is.